zondag 7 juli 2019

Tatra sprookje, deel 9

De zon speelde een belangrijke rol in het klimaat van Tatra.
Als die scheen dan was ie er ook echt en doorgaans voor langere periodes, vooral in de zomer.

Maar ergens halverwege oktober, toen Jacob er al een paar maanden woonde, ontdekte hij dat het er ook anders kon zijn.
Al enkele dagen voerde de wind over de bergen van Tatra wolken, die geleidelijk lager kwamen te hangen en de toppen omhulden.


Voorzichtig begon de regen en daarna steeds heftiger.

O, gauw de geiten de stal in roepen want nat worden is niet goed voor geiten, als ze nat gras eten krijgen ze wormen. De kippen vonden het geen probleem om een beetje in de modder rond te poeliën rond hun kippenhok, of wat daar voor door moest gaan.



Jacob en de zijnen gingen binnen bij het open haardvuur zitten. Die warmte voelde prettig, nu het gebruikelijke zonnetje verstek liet gaan.

Het duurde een dag, het duurde twee dagen, zelfs bijna een week, die eerste keer dat Jacob dit meemaakte.
De natuur veranderde totaal. De voorheen stille bergen werden nu door een oorverdovend lawaai omgeven, overal stroomde water naar beneden en de bron waar tot nu toe een fijn straaltje uitkwam spuugde als een vulkaan
zijn water de wereld in.



Af en toe liep Jacob naar buiten, om te voelen wat een kracht dat water had en toen ineens , toen de wind om zijn oren suisde, leek hij door al het rumoer en geraas iets te horen. Iets van Pedro, Pedro, Pedro.....

Jacob was verbijsterd. Ineens begreep hij de boodschap van de Grote Zee, die de wolken naar Tatra stuurde. De Grote Zee, zo ver weg, kwam op deze manier uit zichzelf naar hem toe en de boodschap was duidelijk. Pedro is Piet in het Nederlands.

Jacob was ontroerd. Het was de dubbele bevestiging dat hij daar moest zijn, waar hij was, dat dit de plek en de mensen waren waar hij thuis hoorde.
Wie oren heeft verstaat de taal van de wind. Het was Klare Taal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten